Je moet ’s nachts naar de sterren kijken.
De mijne is te klein om je te wijzen waar ze is.
Dat is ook beter zo.
Voor jou is dan mijn ster één van de vele sterren.
Je zult het prettig vinden alle sterren te bekijken …
Alle sterren zullen je vrienden zijn.
(fragment uit: Antoine de Saint-Exupéry: ‘De Kleine Prins’)
De visie van het Thuishuisproject is dat ouderen de eigen regie houden, het ‘welzijn boven zorg-principe’, en dat professionals vrijwilligers ondersteunen (en niet andersom ☺.
Vanuit een authentieke inspiratie en levend in een wereld waarin aandacht een schaars goed is geworden en waar de eenzaamheid toeneemt, waar angst en terreur de dagelijkse agenda beheersen en de vrije meningsuiting op straat wordt gevloerd, beschrijft Geert Mak in zijn boeken dat dit de sociale samenhang eerder versterkt dan verzwakt.* Waarden als intimiteit, gezelligheid en beslotenheid lijken in het openbare leven verdwenen, maar je komt ze wel weer tegen binnen het vrijwilligerswerk.
Generaties zijn opgegroeid in de tijd van opbouw van de verzorgingsstaat en opgevoed in een samenleving waarin het ‘medisch model’ het centrale uitgangspunt was (en nog steeds is) binnen de cultuur van zorg- en dienstverlening. Vanuit de oorspronkelijke zorgtheorie (‘cure’): ‘je komt in een ziekenhuis met een defect, en de dokter weet dan wel op welke wijze voor jou te zorgen’. Deze theorie is vaak nog uitgangspunt van het handelen van professionals binnen de ‘care’: zorg in verzorgings-/verpleeghuizen. Gecombineerd met de businesscase gericht op ‘verrichtingen’ en de toenemende marktwerking binnen de zorg, levert dat veelal een minder humaan karakter op binnen zorgorganisaties. Alle goede intenties en bedoelingen vanaf de werkvloer ten spijt!
Het als vrijwilliger actief zijn levert de ervaring dat persoonlijke aandacht en zorg met een menselijke maat vanzelfsprekend kunnen zijn. Ook in de thuiszorg (en de jeugdzorg), met name bij de wat oudere medewerkers, kom je dezelfde authentieke waarden en compassie op de werkvloer nog tegen. Wie herinnert zich niet de tijd dat de wijkverpleegkundige nog de ‘burgemeester’ in de wijk was, niet alleen bezig met zorg, maar ook betrokken bij het sociale leven in de wijk: een bakermat van vertrouwen en saamhorigheid. Vanuit de vrijwilligers is het uitgangspunt dat aandacht voor mensen in zorgen en voor hun naasten zoveel mogelijk om hen heen wordt georganiseerd, op een wijze die past bij de betrokkenen en die recht doet aan hun wensen. Flexibiliteit, creativiteit, laagdrempeligheid, huiselijkheid, kleinschaligheid, gericht op heel de mens en de kwaliteit van leven, zijn belangrijke aspecten. Dit staat in contrast met zorg waar je je als patiënt moet aanpassen aan de organisatie van de zorg waar medicalisering en verzakelijking dreigen. Vrijwilligers spelen een onmisbare rol, en zij hebben een eigen, toegevoegde waarde die náást de beroepszorg staat. Het is de kunst om de lokale vrijwilligersorganisatie in haar eigenheid te bevestigen, en te vragen wat haar behoeften zijn en óf zij, en zo ja, wát zij nodig heeft om de aan haar verbonden vrijwilligers te ondersteunen. Dan zullen er ook voldoende mensen beschikbaar zijn en blijven om zich te bekommeren om de medemens!
Niet iedere vraag is een zorgvraag. Een vraag drukt wel in eerste instantie een behoefte uit. Binnen het Thuishuisproject is dat vertaald in het ‘welzijn boven zorg-principe’. Het is het leidende principe in de dagelijkse praktijk van het vrijwilligerswerk dat wordt benadrukt in de visie binnen de vrijwilligersorganisatie: ‘professionals ondersteunen vrijwilligers/mantelzorgers’.
Vraag je niet af
wat de wereld nodig heeft;
vraag je af waardoor
jij tot leven komt.|
En ga dat doen.
Want wat de wereld
nodig heeft zijn
mensen die tot
leven komen.
(Harold Whitman)