Mensen met een migratieachtergrond
Het Thuishuisproject, dat door (geschoolde) vrijwilligers wordt ‘gerund’, bestaat uit twee onderdelen:
-Het Thuisbezoek: hierbij zijn vrijwilligers actief voor alleenstaande ouderen die niet alleen willen wonen en/of die (dreigen te) vereenzamen.
-Het Thuishuis: een kleinschalige zelfstandige woonvorm voor dezelfde groep in hun eigen buurt of wijk.
Dit project nodigt maximaal uit om mee te (blijven) doen vanuit zelf- en samenredzaamheid, oftewel: op een fijne manier samen oud worden!
De groep ouderen met een migratieachtergrond zal in de komende jaren toenemen en buitengewoon kwetsbaar zijn. In de eerste plaats zullen zij dezelfde problemen kennen als andere ouderen (bijvoorbeeld: meer beperkingen; slechtere gezondheid). Deze problemen kunnen worden versterkt door hun specifieke achtergrond en hun leeftijd. Zelfs ten opzichte van andere leeftijdsgroepen met een migratieachtergrond weten we dat ouderen met een migratieachtergrond niet alleen een slechte taalbeheersing en een laag opleidingsniveau hebben (53% heeft niet meer dan basisonderwijs!), en er een beperkt netwerk buiten de etnische groep op na houden, maar dat zij vaak ook een slechte gezondheid en een laag inkomen hebben.1
In grote steden als Amsterdam, Den Haag, Rotterdam en Utrecht zijn ook woongroepprojecten voor diverse migrantengroepen opgezet.
Grofweg zou op basis van onderzoek en literatuur kunnen worden geconcludeerd dat over het algemeen de wensen in Nederland rond wonen, zorg en welzijn niet in grote mate afwijken van de wensen van ouderen met een migratieachtergrond. Maar er zijn zeker specifieke wensen, die per groep, en binnen de groep ook per individu, kunnen verschillen. Toch zijn er genoeg voorbeelden te noemen van groepen die juist wél bij elkaar willen wonen, zoals in het hierboven genoemde voorbeeld van woongroepprojecten in grote steden. Ook zijn er genoeg gegevens beschikbaar waaruit blijkt dat de woonwensen van met name Marokkanen en Turken anders zijn dan die van Nederlandse ouderen.
Criteria ten aanzien van de doelgroep van het Thuishuis voor ouderen met een migratieachtergrond zijn naar aanleiding van gegevens over eenzaamheid en risicofactoren, en van de specifieke informatie met betrekking tot de culturele achtergrond in diverse contacten besproken.
Dit heeft geleid tot de volgende vijf criteria, waarbij het vetgedrukte afwijkt van het ‘reguliere concept van de Thuishuisprojecten:
- Leeftijd: 55+ (eenzaamheid komt immers vaker voor onder ouderen; mensen met een migratieachtergrond zijn eerder ‘oud’ dan andere Nederlanders).
- Gezinssituatie: alleenstaand (alleenstaanden zijn ruim 2x zo vaak eenzaam als niet-alleenstaanden).
- Uitgaande van de huidige cultuuropvattingen zo mogelijk streven naar een Thuishuis voor mannen en een Thuishuis voor vrouwen. Een gemengd Thuishuis is in dit stadium voor bepaalde culturen nog te vroeg (vergelijk de ontwikkeling van de overgang van jongens- en meisjesscholen naar gemengde scholen in het basisonderwijs in de jaren 60).
- Inkomen: minder kapitaalkrachtigen met een inkomen beneden modaal, en passend in het kader van relevante regelgeving met betrekking tot een sociale huurwoning (mensen met een inkomen beneden modaal voelen zich gemiddeld 3x zo vaak [zeer] eenzaam in vergelijking met mensen met een inkomen boven modaal).
- Beperkingen: hiervoor geldt het uitgangspunt: ‘Wat thuis kon, kan zeker ook in het Thuishuis’ (naarmate mensen meer lichamelijke aandoeningen hebben, zijn zij vaker [ zeer] eenzaam).
NB Deze criteria dienen als richtlijn; ze zullen – waar mogelijk – in de praktijk niet rigide worden gehanteerd.
(Achtergrondinformatie ten behoeve van een Thuishuisproject voor ouderen met een migratieachtergrond, zie boek: ‘Laat niemand in eenzaamheid leven’)
Het Thuishuisproject, dat door (geschoolde) vrijwilligers wordt ‘gerund’, bestaat uit twee onderdelen:
-Het Thuisbezoek: hierbij zijn vrijwilligers actief voor alleenstaande ouderen die niet alleen willen wonen en/of die (dreigen te) vereenzamen.
-Het Thuishuis: een kleinschalige zelfstandige woonvorm voor dezelfde groep in hun eigen buurt of wijk.
Dit project nodigt maximaal uit om mee te (blijven) doen vanuit zelf- en samenredzaamheid, oftewel: op een fijne manier samen oud worden!
De groep ouderen met een migratieachtergrond zal in de komende jaren toenemen en buitengewoon kwetsbaar zijn. In de eerste plaats zullen zij dezelfde problemen kennen als andere ouderen (bijvoorbeeld: meer beperkingen; slechtere gezondheid). Deze problemen kunnen worden versterkt door hun specifieke achtergrond en hun leeftijd. Zelfs ten opzichte van andere leeftijdsgroepen met een migratieachtergrond weten we dat ouderen met een migratieachtergrond niet alleen een slechte taalbeheersing en een laag opleidingsniveau hebben (53% heeft niet meer dan basisonderwijs!), en er een beperkt netwerk buiten de etnische groep op na houden, maar dat zij vaak ook een slechte gezondheid en een laag inkomen hebben.1
In grote steden als Amsterdam, Den Haag, Rotterdam en Utrecht zijn ook woongroepprojecten voor diverse migrantengroepen opgezet.
Grofweg zou op basis van onderzoek en literatuur kunnen worden geconcludeerd dat over het algemeen de wensen in Nederland rond wonen, zorg en welzijn niet in grote mate afwijken van de wensen van ouderen met een migratieachtergrond. Maar er zijn zeker specifieke wensen, die per groep, en binnen de groep ook per individu, kunnen verschillen. Toch zijn er genoeg voorbeelden te noemen van groepen die juist wél bij elkaar willen wonen, zoals in het hierboven genoemde voorbeeld van woongroepprojecten in grote steden. Ook zijn er genoeg gegevens beschikbaar waaruit blijkt dat de woonwensen van met name Marokkanen en Turken anders zijn dan die van Nederlandse ouderen.
Criteria ten aanzien van de doelgroep van het Thuishuis voor ouderen met een migratieachtergrond zijn naar aanleiding van gegevens over eenzaamheid en risicofactoren, en van de specifieke informatie met betrekking tot de culturele achtergrond in diverse contacten besproken.
Dit heeft geleid tot de volgende vijf criteria, waarbij het vetgedrukte afwijkt van het ‘reguliere concept van de Thuishuisprojecten:
- Leeftijd: 55+ (eenzaamheid komt immers vaker voor onder ouderen; mensen met een migratieachtergrond zijn eerder ‘oud’ dan andere Nederlanders).
- Gezinssituatie: alleenstaand (alleenstaanden zijn ruim 2x zo vaak eenzaam als niet-alleenstaanden).
- Uitgaande van de huidige cultuuropvattingen zo mogelijk streven naar een Thuishuis voor mannen en een Thuishuis voor vrouwen. Een gemengd Thuishuis is in dit stadium voor bepaalde culturen nog te vroeg (vergelijk de ontwikkeling van de overgang van jongens- en meisjesscholen naar gemengde scholen in het basisonderwijs in de jaren 60).
- Inkomen: minder kapitaalkrachtigen met een inkomen beneden modaal, en passend in het kader van relevante regelgeving met betrekking tot een sociale huurwoning (mensen met een inkomen beneden modaal voelen zich gemiddeld 3x zo vaak [zeer] eenzaam in vergelijking met mensen met een inkomen boven modaal).
- Beperkingen: hiervoor geldt het uitgangspunt: ‘Wat thuis kon, kan zeker ook in het Thuishuis’ (naarmate mensen meer lichamelijke aandoeningen hebben, zijn zij vaker [ zeer] eenzaam).
NB Deze criteria dienen als richtlijn; ze zullen – waar mogelijk – in de praktijk niet rigide worden gehanteerd.
(Achtergrondinformatie ten behoeve van een Thuishuisproject voor ouderen met een migratieachtergrond, zie boek: ‘Laat niemand in eenzaamheid leven’)